woensdag 14 maart 2012

De Noordoostenreis

Vandaag 14 maart 2012 zijn mijn ouders exact twintig jaar voor de wet getrouwd, waarvoor een dikke proficiat! Dit was dan ook een goede reden om nog eens iets op mijn blog te schrijven, daar vroegen ze immers al een hele tijd om. Namelijk over de fantastische reis van in januari. Het is ondertussen al wel een dikke maand geleden dat ik terug in São Paulo ben, dus is het logisch dat ik al veel van de dingen vergeten ben. Ik had gelukkig de geweldige gewoonte van de Vincenten overgenomen om alles wat er gebeurde netjes in een schriftje bij te houden. Waarschijnlijk is dit een normale afwijking als je uit een familie van schrijvers komt.
Voor de mensen die nog niets over de reis weten, ik ben in januari met vijftig andere uitwisselingsstudenten de hele kustlijn van Brazilië afgereisd, waarna we het binnenland introkken om de hoofdstad Brasilia te bezoeken.
Alles begon in São Paulo waar de studenten samen kwamen om gezamenlijk naar Rio de Janeiro te vertrekken. Er stonden twee gigantische bussen, twee dezelfde reizen die exact het tegenovergestelde traject deden. Natuurlijk zag ik alleen maar geweldig knappe vrouwen in de andere bus stappen en tegen mij begon er enkel een gigantisch grote, hyperactieve en irritante Amerikaan te babbelen, ik had er al even geen zin meer in. Gelukkig merkte ik al snel mijn Limburgse maat Ian op die ik al niet meer had gezien sinds we naar Brazilië vertrokken en met een subtiliteit om "U" tegen te zeggen lukte het me om me van de Amerikaan te verlossen.
Rio de Janeiro is ongeveer een vijf tot zes uur rijden van São Paulo en aankomen in Rio is redelijk tot zeer geweldig. De stad is volledig omringd door bergen, je kan de Cristo al zien staan van geweldig ver en het deed me toch iets om langs de stranden Copacabana en Ipanema te rijden. Aangekomen in het hotel bleek het dat we de kamerindeling in de eerste hotels niet zelf mochten beslissen, ik werd in een kamer ingedeeld met een Taïwanees die zo goed als geen Engels of Portugees sprak en een geweldig vriendelijke Turk. 'S avonds trokken we dan met zen allen naar een marktje recht over het legendarische strand Copacabana. Waar alle vijftig blankjes veel te veel geld hebben uitgegeven. Ik weet nog altijd niet waarom ik een vals voetbal t-shirtje van een ploeg wilde waar ik niemand van ken, een lelijk handgemaakt houten Jezusbeeldje en een kaartje dat ik nooit verzonden heb. Maar soit, brolmarktjes hebben dat effect op mij. Ik had tenminste geen Capoeira instrument gekocht waar je maar één irritant geluid mee kan maken en compleet onmogelijk is om ooit terug mee te nemen naar je thuisland aangezien het de grootte heeft van een gigantische boog. Voor de geïnteresseerden de naam is 'Berimbau'.
De volgende dag was het dan tijd om echt de toerist uit te hangen, gewapend met onze rugzakjes, zonnecrême, I Love Rio T-shirtjes en last but not least iedereen met zijn camera rond zijn nek trokken we met onze gigantische groep de stad in achter een vrouw die constant met haar vlaggetje in de lucht stond te zwaaien. Van die situaties krijg ik het sowieso al op mijn heupen en daarbovenop beviel de combinatie van frieten, spaghetti, sushi en alle andere dingen die ik de voorbije dag gegeten had me niet echt goed, laat me nooit mijn eigen bord samen stellen.
Die dag bezochten we verschillende bekende plaatsen in Rio zoals het operagebouw, dat zeker onder doet voor dat van Antwerpen, de legendarische piste waar elk jaar de bekendste carnavalsstoet ter wereld wordt gehouden, Maracana -het eens grootste stadium ter wereld- en de Pão de Açucar (Vertaling: Suikerbrood). Een kabelbaan die twee bergen met elkaar verbindt, vanwaar je een spectaculair zicht hebt over Rio. Daar heb ik ook mijn eerste wilde aapjes gezien, want om eerlijk te zijn was ik wel teleurgesteld toen ik in Brazilië aankwam en hier niet overal apen rondliepen, wat in Rio en veel andere steden blijkbaar wel het geval is. 'S nachts gingen we voor één of andere duistere reden terug naar dat marktje, maar zo duister bleek die reden niet te zijn, want de helft van de groep had duidelijk nog niet genoeg geld uitgegeven aan goedkope brol! Damien, Ian -mijn twee Limburgse vrienden- en ik  besloten dan maar om een wandeling te doen langs Copacabana waar we eigenlijk een dikke twee uur tegen elkaar hebben liggen zagen dat we niet mochten drinken en op dat moment van de reis hadden we de ballen nog niet om het toch te doen, want naar huis gestuurd worden op de tweede dag is toch ook niet alles.
De volgende dag was het dan zover, we zouden de bekendste plaats van dit prachtige land bezoeken: O Cristo Redentor. Je wordt op slag geweldig gelovig als je dit ziet. Het monumentaal standbeeld is 38 meter hoog en staat op de berg Corcovado op een hoogte van 710 meter, wat het Vrijheidsbeeld en de Eiffeltoren tot miniscule monumentjes doet verbleken. Natuurlijk had ik weer geen geluk, ik heb nog nooit goed weer gehad als ik ergens hoog stond en deze keer was het weer hetzelfde liedje. Boven aangekomen stonden we recht in het midden van een wolk, soms was het zelfs onmogelijk om het standbeeld te zien! Er was wel die ene uitzonderlijke minuut dat het mogelijk was om Rio beneden ons te zien, zeer spectaculair maar dat was het dan ook. Gelukkig keer ik binnenkort nog eens terug.
Dan was het tijd om vaarwel te zeggen tegen de mooiste stad van Brazilië, met zijn allen vertrokken we naar onze volgende bestemming; Arraial d'Ajuda. Daar aangekomen was de hele groep in een complete euforie, het was een geweldig hotel dat een binnenplaats had met een zwembad, hangmatten en palmbomen.
Om eerlijk te zijn was het eerste waar ik aan dacht: 'Wat een geweldige plaats om massas pintjes te drinken!'
Ondertussen had de groep elkaar ook al wat beter leren kennen en geraakte iedereen goed bevriend met elkaar, zelfs die ene irritante Amerikaan bleek best oké te zijn.
De naam AFS staat volgens de meeste mensen voor 'Another Fat Student' wat voor veel gevallen wel klopt, maar ze zouden de naam veel beter veranderen in AHS, namelijk 'Another Horny Student'. Het libido van mensen van mijn leeftijd staat sowieso al hoog, maar bij uitwisselingsstudenten moet dit toch wel verdriedubbeld zijn. Het was nog maar de vierde dag van de reis en bijna iedereen had toch al een beetje cultuur uitgewisseld met het andere geslacht! Alhoewel er een officiële regel was dat dit echt niet mocht. "AHS, brengt culturen dichter bij elkaar!" Zou een geweldige slogan zijn.
Het stadje bleek ook echt geweldig leuk te zijn, het was een klein stadje waar er overal feestjes op straat gehouden werden en Brazilianen blijkbaar een verschillende gekende choreografie hadden voor elk liedje.
De schrik om caipirinhas en pintjes te drinken verdween daar al: 'Mijn oprechte excuses AFS, maar dat is mijn Belgische aard die kwam piepen.' Ian, Damien, de ondertussen niet meer zo irritante Amerikaan Spencer en ik gingen het nachtleven in en geloof het of niet, maar dit dorpje deed Brazilië alle eer aan. Er liepen hier alleen maar extreem knappe vrouwen rond! Dus besloten we om onze beste techniek te gebruiken: 'Let's speak loud and obnoxious English boys.' Een aanrader trouwens!!
Het verhaal wordt hier nog beter, we kwamen vier extreem hete stoten tegen uit Belo Horizonte die daarbovenop nog eens onze drank betaalden. Nu ik eraan terugdenk besef ik hoeveel geluk we die nacht hadden! Iets dat ik nooit zal vergeten waren de extreem jaloerse gezichten van de andere mannen van de groep en de toch redelijk boze gezichtjes van de vrouwen uit de groep.
Na een nachtje met een gigantische glimlach geslapen te hebben vertrokken we de volgende dag voor de eerste keer naar de stranden die iedereen kent van de postkaartjes. De parelwitte stranden, bezaaid met palmbomen en knappe vrouwen waar je in je strandstoel aan een kokosnoot ligt te lurken.

Die dag werd ik ook samen met een rosse Amerikaanse, Damien en een Fransman bekend als de kreeftjes van de groep. Ik heb blijkbaar een geweldig talent om toch nog te verbranden nadat ik me minstens elke vijf minuten met factor 50 heb ingesmeerd. Ook niet een klein beetje welteverstaan, een volledig rood lichaam en mijn hoofd dat een lichte paarse kleur begint te vertonen. Dus kochten we met ons vier een hoedje en besloten we dat het een beter plan was om een hele dag in een café onder een parasol aan het strand te zitten! Vanaf dat moment waren we onafscheidelijk van onze hoedjes en zagen we er waarschijnlijk als de grootste toeristen van heel Brazilië uit.
Na Arraial d'Ajuda wachtte ons een busrit van een hele dag naar Salvador, de eerste hoofdstad van Brazilië.
Wat ik me herinner van die stad is dat het daar pas echt drukkend warm is. De stadstour was interessant, maar iedereen was nog vijf keer blijer als we terug in onze bus met airconditioning zaten! Dit was ook de reden dat iedereen de halve reis hoestend en ziek heeft doorgebracht, iemand moet toch eens meedelen aan de organisatie dat een constante wisseling van 40 graden naar 17 niet gezond is! Ondertussen hadden we al met een achttal personen het onderste deel van de bus ingenomen waar we vaak befaamde feestjes hielden met de Italianen wanneer boven iedereen aan het slapen was.
Wat mis ik die bus toch! Ik heb juist de berekening gemaakt en in het totaal hebben we meer als 8000 kilometer op die bus gezeten, toch zeker een tien dagen van de hele maand!
In Salvador hadden we op onze tweede dag een boot gehuurd om naar een eiland te varen om daar de dag door te brengen op een verlaten strand. Zo zou het voor mij elke dag mogen zijn! Geen drukte van de andere stranden en enkel genieten van het mooie uitzicht en gezelschap. Wanneer we terug gingen moesten we al onze rugzakken in een klein bootje leggen dat dan naar de grote boot zou varen. Natuurlijk ging de helft van de groep mee in dat bootje zitten en was het al gezonken na vijf meter. Resultaat, een hele hoop GSM's, I-Pods, portefeuilles, camera's en weet ik veel wat nog allemaal naar de vaantjes.
Ik had het zelfs niet gezien want niemand had me verwittigd en ik lag nog te slapen op mijn rugzak onder een palmboom! Een geluk bij een ongeluk. Wel slecht van me dat ik de hele avond heb doorgebracht met in de mensen die alles kwijt waren hun gezicht te lachen! Maar tja, "Life's a bitch and then you die" zeg ik altijd!
Na Salvador vertrokken we naar Recife waar er enorm cutweer op ons wachtte! Stadstours zouden verboden moeten worden als het de hele dag regent. Dus na geweldig zagen van ongeveer iedereen uit de groep vertrokken we naar een shoppingcentrum, wat eigenlijk ook geen goed idee was. Want als het kan wil ik niet langer als vijf minuten in een shoppingcentrum blijven, een goede eigenschap die ik van mijn vader heb overgenomen. Het leuke was wel dat we die avond een carnavalsfeestje zouden hebben met een andere groep op één van de bekendste carnavalsplaatsen van Brazilië, Olinda! De meeste mannen hadden besloten zich als vrouwen te verkleden en de vrouwen hadden gewoon geweldig veel schmink op!
Toen we 's avonds aankwamen was het nog altijd aan het regenen, maar dit gaf het allemaal nog meer sfeer! Met honderd buitenlanders kwamen we aan in Olinda waar een band van een dozijn blazers ons stond op te wachten, nog nooit zo snel een feestje zien losbarsten! Van Olinda zeggen ze dat het altijd carnaval is, dus binnen het kwartier waren we niet meer met honderd buitenlanders, maar hadden er zich nog eens een 150 Brazilianen bij aangesloten. Er vormde zich een indrukwekkende stoet waarin echt iedereen aan het dansen was! Na een tijdje sloten er zich ook mensen aan verkleed waren als reuzenpoppen, die staken dus hoog boven ons uit en maakten het allemaal nog veel indrukwekkender.
De mannen daar waren ook maar vreemde vogels, zij vonden het helemaal niet vreemd om mannen van onze groep te proberen kussen die als vrouwen verkleed waren en de helft van de tijd waren we bezig met meisjes te redden die half aangerand werden! Maar toch bleef het allemaal plezant en wilde eigenlijk niemand dat het eindigde. Ondertussen was ik ook al goed bevriend geraakt met een Amerikaans meisje uit de andere groep, want het was niet de eerste keer en ook niet de laatste keer dat we de andere groep tegen kwamen. Afscheid van haar nemen was één van de moeilijkste dingen die ik de laatste tijd heb meegemaakt en tot op de dag van vandaag houden we nog contact met elkaar en ik hoop echt dat we elkaar nog eens zullen ontmoeten.
Daarna was het de beurt aan de staat Céara, we gingen naar de hoofdstad Fortaleza.
Aan Fortaleza heb ik gemengde gevoelens overgehouden langs de ene kant heb ik er geweldige dingen gedaan zoals weer prachtige stranden bezoeken maar ook heb ik er iets gezien wat ik liefst nooit meer hoef te zien.
Nadat we 's nachts ons honderdduizendste marktje bezochten waar ze dezelfde brol verkochten als op elk marktje in Brazilië waren we op onze weg naar het hotel. Ik was rustig aan het babbelen met een paar Italiaanse vriendinnen tot ik opeens vuurwerk hoorde, wat heel normaal is hier, maar toen ik naar rechts keek zag ik een man volledig in het zwart gekleed zijn pistool leeg schieten op een jongen die niet ouder kon zijn als achttien. De eerste seconden stond ik volledig aan de grond genageld en had ik helemaal geen idee wat te doen, het leek of alles zich in slow-motion voor mijn ogen afspeelde. Tot ik andere studenten voor mijn ogen zag weglopen. Toen maakte mijn hersenen de klik dat dit misschien wel een goed idee was en ben ik zo snel als mijn havaianas toelieten het strand opgelopen. Na een tijdje was iedereen van onze groep terug veilig samengekomen en gingen we samen naar het hotel. Toen we langs de plaats delict liepen lag er geen lijk meer, was er geen politie, media of iets dat zou aanduiden dat hier een half uurtje geleden een moord had plaatsgevonden. Wat me duidelijk shockeerde, want dit betekent dat een moord hier de normaalste zaak ter wereld is. Iedereen was op diezelfde plaats al terug goedkope brol aan het verkopen!
Wij dus allemaal terug naar het hotel, nog altijd een beetje in shock door wat we net gezien hadden maar ook allemaal stiekem wel een beetje opgewonden over het feit dat we dit meegemaakt hadden. Dat we allemaal al een beetje Braziliaans zijn werd duidelijk door het feit dat we aangekomen in het hotel allemaal gezellig taart aten in de lobby voor de verjaardag van Ian en er al niemand meer sprak over de moord!
Die nacht was er ook eentje om nooit meer te vergeten aangezien we met onze drie Belgen een fles wodka de kamer hadden binnengesmokkeld en een kleinschalig verjaardagsfeestje hielden onder ons drie op het terras! Iets minder was de volgende dag toen we om zes uur moesten opstaan en we alle drie eigenlijk nog extreem bezopen waren! Er was ook nog het leuke afscheid met mijn Amerikaanse vriendin en buiten deze goede herinnering zijn we de volgende dagen ook nog gaan Buggy rijden, paardrijden, bleven we in een geweldig hotel recht aan het strand en zag ik een paar stukjes natuur die ik tot de mooiste moet rekenen dat ik ooit gezien heb! Toen we Fortaleza en Cumbuco gezien hadden vertrokken we naar Natal, letterlijk vertaald Kerstmis en ook de stad die het dichtst bij Europa ligt. Daar bezochten we weer wat stranden, maar het leuke aan deze stad was dat we samenkwamen met twee andere Belgen zodat ons totaal op negen kwam.
Negen van de zeventien Belgische AFS studenten op dezelfde plaats in Brazilië, een ware prestatie!
Het laatste strand voor we het binnenland introkken was dat van Macéio, daar heb ik echt een geweldig kleurtje gepakt en nog eenmaal super genoten van al die stranden, maar om eerlijk te zijn had ik er wel genoeg van om elke dag op een prachtig strand te liggen. Zelfs dat wordt eentonig na een tijdje!!
De laatste week van de reis begon in Lençois, een stadje in het binnenland dat in een gigantisch natuurpark ligt  vol met grotten en een heleboel natuurlijke zwembaden.
Die zwembaden waren echt zalig, want naast die natuurlijke zwembaden waren er ook natuurlijke glijbanen! Wat een toeval! Als ware Belg was het dan ook mijn idee om zonder zwembroek van die glijbaan te gaan, dat ging inderdaad veel sneller en na een tijdje zag je alleen nog maar kerels met hun zwembroek half afgetrokken van de glijbaan gaan. Dat ik de volgende dag niet meer goed kon zitten en dat mijn staartbeentje een beetje blauw zag neem ik er met plezier bij! Ik was ook weer het levende bewijs dat je zelfs bij regen in het midden van een bos kan verbranden. We gingen ook een gigantische grot binnen waar we het volledig donker en stil wilden maken maar aangezien er een Duits meisje bij was die panische angstaanvallen kreeg in het donker en een Mexicaan die zijn protjes niet kon ophouden is dit ons niet echt gelukt.
Onze laatste bestemming was Brasilia, de hoofdstad. Hier valt dus echt geen fluit te beleven, lijkt helemaal niet op de rest van Brazilië en is eigenlijk gewoon een epische schijtstad. Duidelijk geen goed idee om een hele stad door één architect te laten ontwerpen! Het had natuurlijk wel een paar spectaculaire gebouwen en het zag er allemaal heel netjes uit maar het had niets van de charme die de andere steden die we bezocht hadden. Het was allemaal nogal steriel. Maar who cares, ik kan zeggen dat ik er geweest ben!
'S avonds was het dan tijd om afscheid te nemen van de mensen uit de groep die vanuit Brasilia naar hun respectievelijke steden zouden vliegen. Het afscheid viel toch redelijk zwaar, want na een hele maand met mensen van zestien verschillende nationaliteiten te hebben samengeleefd, heb je wel een band! Weten dat je meer als de helft van hen nooit meer gaat zien was ook wel zwaar om te beseffen. Die nacht werden er ook nog prijzen uitgedeeld waar ik als trotse winnaar van 'Beste Portugees' uit de bus kwam en de Spanjaarden en de Italianen die het veel gemakkelijker als mij hebben ver achter mij liet!
Het was een prachtige reis maar als ik een bende buitenlanders nog één keer op een openbare plaats 'Ai se eu te pego' hoor zingen, sta ik niet in voor mij eigen daden. Schaamte krijgt op deze momenten pas zijn echte betekenis!
Het was onvergetelijk en misschien de laatste keer dat ik zo'n reis maakte, ik ga iedereen verschrikkelijk hard missen en het was een ervaring die me altijd zal bijblijven.
Merci Brazilië!